Dag 1
Heenreis van Brussel naar hoofdstad Tbilisi. Transfer naar het hotel.
De stad heeft een mooie ligging in de vallei van de Mtkvari-rivier (een tongbreker, de Georgische taal!).
Dag 2
Stadsbezoek met o.a. een wandeling door het oude, Euraziatische centrum met vele religieuze gebouwen, 19de-eeuwe huizen met kleurrijke houten balkonnetjes en het 4de-eeuwse Narikala-kasteel van waarop je een mooi zicht krijgt op de stad. Maar je vindt hier ook hypermoderne gebouwen en een zeer levendig cultuur- en uitgaansleven.
Dag 3
We verlaten Tbilisi en gaan op weg naar het Nationaal Park Kazbegi. De rit er naartoe gaat over de ‘militairy highway’ en is landschappelijk op zich al de moeite waard.
Op ons pad ligt Mtskheta, het religieuze hart van Georgië. Godsdienst is alomaanwezig in dit land, dat de wieg van het christendom beweert te zijn (net zoals buurland Armenië trouwens) en het christendom werd hier al in het jaar 337 tot staatsreligie uitgeroepen. We bezoeken 2 Werelderfgoed sites, het Jvari-klooster en de kathedraal van Svetitskhoveli. We houden halt aan het Zhinvali
stuwmeer bij het Ananuri fort. Dit fort is in de 17e eeuw gebouwd en is
eigenlijk een klooster. De ligging van dit klooster is uniek.
Veder noordwaarts, even buiten de stad Stepantsminda (ook bekend als Kazbegi), wandelen we naar we de 14de-eeuwse Gergeti Drievuldigheidskerk ). Met het prachtig zicht op de berg Kazbegi (5047 m) is dit misschien wel een van de mooist gelegen kerken ter wereld.
We rijden verder en, na een kleine klim te voet met bagage voor 2 nachten, installeren ons in eenvoudige chalets, in de buurt van het kleine, oude dorp Juta (2165 m).
Ca. 2.5 u. wandelen - hoogteverschil 500 m.
Dag 4
In de regio van het Nationaal Park Kazbegi voel je de enorme geologische krachten waaraan deze regio zijn dramatisch landschap te danken heeft. We maken een inloopwandeling op een boogscheut van zwaar bewaakte Russische (Tsjetsjeense) grens naar de voet van de berg Chaukhebi (2550 m). We kunnen eventueel nog verder en hoger stappen.
Tweede overnachting in de chalets bij Juta.
Ca. 5 u. wandelen - hoogteverschil 400 m. We kunnen evt. nog een eind verder wandelen.
Dag 5
Verdere verkenning van Kazbegi. Een tweede wandeling brengt ons door de wondermooie Truso-vallei waar de rivier de Tergi ontspringt. De Tegri-rivier oogt mysterieus met de vele zwavelplekken. Onderweg zien we roestbruine koolzuurbronnetjes die over de piste de rivier instromen, We passeren een borrelend mineraal meertje waar we even halt houden.
We wandelen naar Albano, tot aan een nonnenkloostertje met kleine kloosterkerk en keren terug langs de rivier. Aan het eindpunt staat onze bus ons op te wachten en rijden we naar het wintersportoord Gudauri (2200 m) voor de overnachting.
Ca. 6 u. wandelen - hoogteverschil 350 m.
Dag 6
We rijden helemaal westwaarts voor een veelzijdige culturele dag. We bezoeken de indrukwekkende ruïnes van Uplistsikhe, ooit het centrum van een grote pre-christelijke sekte van zonne-aanbidders. Helemaal over een andere boeg gooien we het bij een onvermijdelijk bezoek in Gori aan het museum van Stalin, Georgië’s bekendste zoon.
Eindpunt van de dag is Kutaisi. Hier staat de Bagrati-kathedraal die, sinds ze recent gerestaureerd werd, een voorwerp is van controverse. Moet ze wel of niet op de lijst van Unesco-sites blijven? Oordeel zelf maar. De stad Kutaisi zelf werd ook recent in een nieuw jasje gestoken na jaren van post-Sovjetverval.
Guesthouse in Kutaisi.
Dag 7
Een eindje buiten de stad ligt het 12de-eeuwe kloostercomplex van Gelati, met zeer mooie muurschilderingen en mozaïeken. (We bezoeken het vandaag of op dag 16 tijdens de
terugreis). Even verder, in Tskaltubo, kunnen we evt. een bezoek met gids brengen aan de Prometheus-grot, een indrukwekkend grottenstelsel waar we getrakteerd worden op een klank- en lichtspel.
Een goeie drie uur rijden naar het noorden brengt ons in Becho en dat is het vertrekpunt voor de tweede trekking door Svaneti, meer bepaald boven-Svaneti, het meest onherbergzame berggebied in Georgië (en misschien wel in heel Europa). Omwille van zijn landschappelijke schoonheid en socio-culturele authenticiteit, staat het gebied sedert 1996 in zijn geheel op de Werelderfgoedlijst. Het is een fantastische aaneenschakeling van gletsjers en hoge toppen (sommige +5000 m). Je voelt je hier ver van de wereld en komt door dorpen waar de tijd niet alleen lijkt stil te staan, maar lijkt af te brokkelen. Voor wie niet beter kijkt, kan dit net zo goed oorlogsgebied zijn, dorpen met vervallen huizen en overal de vaak al even vervallen wachttorens naast de huizen. Dat Georgiërs geen belang hechten aan hoe ze wonen, horen we hier, als het maar warm is, gezellig voelt en er eten op tafel staat.
Guesthouse in Becho.
Dag 8
De eerste tocht is een heen- en weerwandeling vanuit Becho en leidt langs 2 watervallen met mooie zichten op de berg Ushba (4700 m).
Tweede overnachting in Becho.
Ca. 8 u. wandelen - hoogteverschil 900 m (2de waterval 1000 m).
Dag 9
Zwaarste dag van de hele reis, met een klim van meer dan 1300 m naar de Guli-pas (2960 m), maar met lonend uitzicht op de Zagaro- pas die de verbinding vormt tussen Boven- en Onder-Svaneti. We dalen vervolgens 1500 m af tot in het dorp Mestia.
Guesthouse in Mestia.
Ca. 10 u. wandelen - hoogteverschil 1550 m stijgen, 1700 m dalen.
Dag 10
Voor we aan de tocht beginnen, bezoeken we het mooie historisch en etnografisch museum in Mestia (wat eventueel ook op
dag 14 kan).
Vandaag liggen enkele van de wachttorens op ons pad. Ze zijn tussen de 900 en 1300 jaar oud en Unesco werelderfgoed en dus blijven ze staan zoals ze zijn, als ritmische uitroeptekens, bescheiden kijkend naar de besneeuwde bergtoppen van de Kaukasus.
We slapen in Zhabeshi.
Ca. 6 u. wandelen - 800 m op en 570 m af.
Dag 11
Een landschappelijk erg mooie tocht brengt ons naar het pittoreske dorp Adishi, waar de tijd is blijven stilstaan. Onderweg passeren we een plaats waar we langs alle kanten omringd zijn door witbesneeuwde toppen.
In Adishi bestaat de kans dat we over meerdere huizen worden verdeeld om te overnachten.
Ca. 6 u. wandelen - 800 m stijgen, 400 m dalen.
Dag 12
We gaan op weg naar Iprali. Al snel roepen we de hulp in van paarden om ons veilig over de snelstromende rivier te voeren. We wandelen door een landschap waarin de bergen en gletsjers steeds dichterbij lijken te komen.
Guesthouse in Iprali.
Ca. 8 u. wandelen - 735 m stijgen en 845 m dalen.
Dag 13
Het doel van onze laatste volledige dagtocht is het hoogst gelegen permanent bewoonde dorp van Europa. Ushguli, in het hart van Boven-Svaneti, is een cluster van 4 dorpen die bewoond worden door 70 families. Het is spectaculair gelegen, nl. met als achtergrond Georgië’s hoogste berg de Skhara, waarvan de hoogte niet exact
vast staat, maar het getal 5.201 wordt genoemd. Een mooiere plaats om onze laatste trekkingnacht door te brengen is er niet.
Ca. 5 u. wandelen - 500 m stijgen en 200 m dalen.
Dag 14
We wandelen in de richting van de Skhara, langs de Enguri-rivier tot aan de voet van de gletsjer. Terug naar Ushguli, waar we worden opgepikt naar Mestia (zie dag 9) rijden voor de overnachting. We bezoeken er historisch en etnografisch museum (wat evt. ook op dag 10 kan).
Ca. 5,5 u. wandelen - 550 m stijgen en weer dalen.
Dag 15
Transfer naar Kutaisi voor de overnachting.
Dag 16
Terugkeer naar Tbilisi, met eventueel eerst nog een bezoek aan het Gelatiklooster (zie dag 7). We stoppen nog in Mtshketa (jawel! 5 medeklinkers na elkaar) voor de lunch.
De namiddag is vrij. De liefhebbers kunnen een weldadig bad gaan nemen in de zwavelrijke warmwaterbronnen die al eeuwenlang deel uitmaken van de stad.
Dag 17
Transfer naar de luchthaven en terugreis naar Brussel.