Dag 1
Heenreis van Brussel naar Podgorica. Transfer langs het Skhodra-meer, een van de grootste meren van de Balkan, naar ons hotel (90 min.) in het centrum van Shkodër. We doen de eerste indrukken van Albanië op. Skhodër is een van de oudste stedelijke centra van Europa, ooit verblijfplaats van de laatste Illyrische koning, Genti, en nu sterk Italiaans van sfeer.
Na de check-in in het hotel kunnen we een bezoek brengen aan het Rozafa-fort (dat naar verluidt zijn naam dankt aan een Illyrische jongedame die in de wallen werd ingemetseld), vanwaar we een mooi zicht krijgen op het meer.
In het centrum wandelen we door de voetgangerszone, met de burgerwoningen die herinneren aan het rijke verleden van de stad.
Overnachting in een hotel in Shkodër.
Dag 2
We staan vroeg op voor de transfer door de Drin-kloof naar de Koman-dam (90 min.). Het bleekgroene water en de steile rotswanden doen ons een beetje doen denken aan de Noorse fjorden en de Koman-dam is dan ook een van de toeristische toppers van de Albanese Alpen. We nemen een ferry richting Fierze (3 u.). Onderweg houden we regelmatig halt in afgelegen dorpjes om mensen op te pikken.
Na het middagmaal brengt de minibus ons naar het nationale park van Valbona, waar we onze eerste wandeling maken over paden omzoomd met wilde bessen en door stille beukenbossen langs het afgelegen meer van Xhemes. De wandeling eindigt aan ons gezellig berghotel in Valbona waar we de volgende drie nachten zullen verblijven.
10 km – 300 m stijgen en 50 m dalen.
Overnachting in een hotel in Valbona.
Dag 3
Per 4x4 rijden we over ruige wegen naar het afgelegen dorp Cerem (40 min.). Dit is het laatste dorp voor het wilde hoogland begint. Er is dan ook geen gsm-ontvangst en elektriciteit waardoor het alleen maar bewoond wordt tijdens de zomer. Door oude schaduwrijke bossen wandelen we naar een herdersnederzetting boven de boomgrens. Een afbrokkelende grenssteen toont dat we Montenegro binnengaan. Hier genieten we van onze picknick met panoramische uitzichten om ons heen.
Op de terugweg brengen we een bezoek aan een lokale familie om meer te weten te komen over de manier van leven in deze woeste bergen. We proeven ook van de lokale raki en/of berghoning.
Per minibus worden we terug naar Valbona gebracht voor de tweede overnachting in het hotel.
10 km – 650 m stijgen en 650 m dalen.
Dag 4
Vanuit Valbona wandelen we richting Kukaj, een afgelegen nederzetting waar nog maar twee families wonen. Bunkers, die ooit de grens beschermden, liggen nu verspreid in de rivierbedding. Een ezelspad leidt ons langs weiden vol bloemen naar een herdershut op een hoogte van 1650 m. In de communistische periode was dit een no-go gebied en werd het gebouw gebruikt voor militaire doeleinden. We genieten van het wilde berglandschap en klimmen verder naar 2040 m hoogte waar we een blik werpen op één van de hoogste bergen van de Albanese Alpen de Jezerca (2694 m). We dalen weer af.
10 km – 700 m stijgen en 1000 m dalen.
We overnachten voor de derde maal in Valbona.
Dag 5
Vandaag maken we kennis met de verborgen schatten van Kosovo zodat we beter inzicht krijgen in het verleden en de huidige situatie van dit jongste Europese land. Op weg ernaartoe houden we halt voor een koffie/theestop in Gjakove en voor een bezoek aan het orthodoxe klooster Visoko Decani. Een monnik leidt ons rond in de 13de-eeuwse kerk die op wonderbaarlijke wijze de vele conflicten in het gebied doorstaan heeft.
In de vroege namiddag komen we aan in Peja, een levendige stad die gelegen is aan de machtige kloof van Rugova, en bekend staat als outdoor bestemming nummer 1 in Kosovo. We kunnen ons beperken tot een wandeling in de straten en de bazaar van Peja, of we kunnen (ook) nog even de benen gaan strekken even buiten de stad.
Overnachting in een hotel in Peja.
Dag 6
We beginnen de dag met een bezoek aan het klooster Peć, de zetel van het Servische patriarchaat. Samen met het klooster dat we gisteren bezochten, is het een topvoorbeeld van de Byzantijns-romaanse kerkelijke cultuur.
Tijdens de rit naar het beginpunt van de wandeling kunnen we een blik werpen in de kloof van Rugova. De minibus brengt ons naar een dorp op een hoogte van 1300 m. Na koffie en burekbroodjes beginnen we aan onze wandeling via weiden naar dennenbossen, die kenmerkend zijn voor de oostelijke Alpen. We wandelen verder tot onder de top van de Mt. Hajla (2403 m), vlak bij de grens met Montenegro. We genieten van de picknick op een plaats waar we uitkijken op de 13 dorpen van de historische Rugova-vallei.
We blijven op grote hoogte verder wandelen om dan vervolgens af te dalen richting het stille dorpje Drelaj. We worden ontvangen bij één van de laatste families die nog het hele jaar in de bergen verblijft. Vervolgens rijden we verder naar het volgend hotel in Boge (30 min.).
10 km – 700 m stijgen en 500 m dalen.
Overnachting in een hotel in Boge.
Dag 7
Een korte transfer (30 min.) brengt ons naar het dorp Liqenat, vanwaar we de klim aanvatten naar een gletsjermeer op 1850 m hoogte. Op de oevers groeit een breed scala van alpine flora. De moedigen onder ons kunnen zich wagen aan een duik in koude bergwater. Deze bergpaden verbonden ooit de mijnen in Kosovo met de Adriatische kust nabij Shkodër.
Na de picknick rijden we verder om vervolgens de grens met Montenegro over te steken richting Andrijevica (2.15 u.) waar we de volgende twee nachten verblijven.
7 km - 525 m stijgen en 525 m dalen.
Overnachting in een hotel in Andrijevica.
Dag 8
4x4’s brengen ons naar grote hoogte via een meer en doorheen een smalle vallei. We wandelen verder langs een oud militair pad naar het meest indrukwekkende deel van de Prokletije, de 'Vervloekte Bergen' die vooral vervloekt mooi zijn en een van de wildste en meest afgelegen bergstreken van Europa. We genieten van een ver uitzicht over het grensgebied tussen Albanië en Montenegro.
Na de picknick wacht er ons een steile klim langs een bergkam waar we een mooi zicht hebben op de omringende bergen. Langs weilanden en berkenbossen dalen we af naar de bodem van de vallei.
Terug naar Andrijevica.
7 km – 500 m stijgen en 850 m dalen.
We overnachten voor de tweede maal in Andrijevica.
Dag 9
Onze laatste wandeldag brengt ons naar Vranjak, vanwaar we naar het meer van Biogradsko wandelen. De hoge bomen in Biogradska hebben allemaal een baard van mos. De lianen en de dichte begroeiing wekken de indruk van een echt oerwoud. In Europa resten nog maar weinig van zulke intacte bossen. Onderweg komen we langs katuni’, primitieve houten huisjes zonder elektriciteit of stromend water waar de herders logeren die de hele zomer met hun schapen en koeien in de bergen verblijven. De tijd lijkt hier te hebben stilgestaan. De dagelijkse bezigheden bestaan uit het verzorgen van de kudde, het spinnen van wol en het melken van het vee. Montenegrijnen houden van dit leven en zijn trots op de eenvoudige producten die rechtstreeks uit de bergen komen; puur en zonder toevoegingen.
Na de wandeling rijden we naar Kolasin.
12 km – 500 m stijgen en 1150 m dalen (pittig dus!)
Overnachting in een comfortabel hotel in het centrum van Kolasin.
Dag 10
Na het ontbijt rijden we naar de hoofdstad van Montenegro (1.30 u.). We passeren het grootste viaduct van Europa en rijden langs de canyons van Dinarides en Moraca, gelegen op zo’n 1000 m hoogte. Optioneel bezoeken we onderweg het Moraca klooster, een bekend orthodox
bedevaartsoord. Daarna dalen we verder af tot zeeniveau. In de Montenegrijnse hoofdstad Podgorica gaan we, als de tijd het toelaat, nog even op verkenning.
Na de lunch korte transfer naar de luchthaven en terugreis naar Brussel.