Dag 1
Heenreis van Brussel naar het eiland Vágar. Als de archipel zijn geheimen wenst prijs te geven, word je getrakteerd op spectaculaire zichten bij de landing.
Korte transfer naar ons hotel in Sørvágur.
Dag 2
In de voormiddag rijden we naar het meest westelijke dorpje van het eiland, Gásadalur. Door zijn ligging in een groene vallei; omsloten door hoge bergtoppen, was dit lange tijd het meest afgelegen dorpje van de Faeröer. Tot 1983 wandelde de postbode drie keer per week van Bøur de bergpas over naar Gásadalur. Met de komst van de helikopter verdween zijn functie, maar het duurde tot 2004 voor het verbonden werd met de buitenwereld via een tunnel. We bezoeken er de Múlafossur-waterval, die zich 60 m lager in de Oceaan stort. Er staat nog een tweede waterval op onze planning, nl. de Bøsdalafossur. We wandelen langs het Sørvágsvatn, het grootste meer van de Faeröer, naar de Trælanípa-klif. Vanaf deze 142 m hoge klif lijkt het meer boven de zee te zweven en stort de Bøsdalafossur zich in de Oceaan. Ze heeft als bijnaam ‘slavenklif’, omdat de Vikingen er gestrafte Ierse slaven af duwden.
10 km - 3 u. - 256 m stijgen en dalen
Transfer naar Klaksvik, waar we 4 nachten verblijven.
Dag 3
We starten de dag met een ferry-overzet (20 min.) naar het eiland Kalsoy. De 4 dorpen van dit schaars bewoonde eiland – net geen 100 inwoners – zijn verbonden met donkere tunnels, in totaal 5,5 km lang. Een belevenis op zich. Onder leiding van onze lokale gids Jóhannus ondernemen we de wandeling naar de Kallur-vuurtoren op het noordelijkste punt van het eiland. Dramatische vergezichten en kliffen worden afgewisseld met smalle schapenpaden en grasvlaktes.
Op de terugweg naar de ferry houden we halt in Mikladalur voor een bezoek aan het standbeeld van Kópakonan, de zeehondenvrouw en een tragische figuur uit een van de Faeröerse volkssagen.
7 km - 3u30 - 300 m stijgen en dalen
Tweede overnachting in Klaksvik.
Dag 4
De wandeling van vandaag neemt ons mee in het verleden van het eiland Kunoy. Vroeger telde het 3 dorpen: Kunoy, Haraldssund en Skarð. In dit laatste sloeg op kerstavond 1913 het noodlot toe en verdronken op 2 na alle mannen uit het dorp tijdens een ongeluk met hun vissersboot. De barre omstandigheden, afgelegen ligging en gebrek aan voedsel, dwongen de vrouwen en kinderen om te verhuizen naar Haraldssund.
Met enkel het geluid van de golven, een waterval en de vogels als begeleiding, banen we ons een weg van Haraldssund naar Skarð. We volgen de kust en kruisen regelmatig een kleine beek of rivier. Bij aankomst in Skarð bezoeken we de ruïnes van het ooit zo bloeiende vissersdorp, waarna we de wandeling terug aanvatten.
14 km - 5 u. - quasi niet stijgen en dalen
Derde overnachting in Klaksvik.
Dag 5
In de voormiddag wandelen we de Klakkur op, een heuvel van 413 m hoog met een uitzicht dat je nooit zal vergeten.
8.5 km - 2 u. - 413 m stijgen en dalen.
In de namiddag trekken we naar het noordelijke eiland Vidoy met een steile klim naar de top van de Villingadalsfjall (841 m). Deze wandeling is optioneel. Je kan er ook een rustnamiddag van maken en in het logies blijven of wat rondkuieren in het dorp.
4 u. - 750 m stijgen en dalen.
Vierde overnachting in
Klaksvik.
Dag 6
Vandaag beklimmen we de hoogste bergtop van de Faeröer, de Slaettaratindur (880 m). Bij goed weer heb je zicht op de volledige archipel en zelfs de Vatnajökull-gletsjer in IJsland, wat hem in het Guinness Book of World Records deed belanden als bergtop met het verst reikende uitzicht ter wereld. Voor de bewoners is het op 21 juni, de langste dag van het jaar, een traditie om op de top van Slættaratindur te staan en de zon te zien onder- en weer opgaan.
6 km - 3 u. - 550 m stijgen en dalen
Na de wandeling rijden we
naar het vissersdorpje Gjógv, waar we de komende 3 nachten verblijven. Het ligt
aan een 200 m lange fjord met beschutte haven.
Ondanks de afname van de vissersactiviteiten, blijft het zijn charme als
vissersdorp behouden, met huizen in kleurrijke Faeröerse stijl en vaak
met grasdaken.
Dag 7
Vanuit ons logies wandelen we naar de Ambadallur-vallei. Het pad volgt de steile kliffen langs de rotskloof. Via een trap bereiken we de flank van de Fjallið, van waaruit we een fantastisch uitzicht hebben over Gjógv en de omliggende bergen. We wandelen rond de bergtop terug naar ons logies.
6 km - 3 u. - 440 m stijgen en dalen
In de namiddag trekken we naar Elduvik voor wandeling naar Oyndarfjørður en weer terug. Deze wandeling is optioneel. Je kan er ook een rustnamiddag van maken en in het logies blijven of wat rondkuieren in het dorp.
8 km - 2,5 u. - 145 m stijgen en dalen
Tweede overnachting in Gjógv.
Dag 8
We rijden naar het dorpje Tjørnuvík op het eiland Streymoy, met zijn zijn brede strand en hoge golven een waar surfersparadijs. Van op het strand heb je zicht op de Slaettaratindur-top, die we op dag 5 beklommen, alsook op de rotsformatie ‘Risin og Kellingin’ (reus en heks). Van Tjørnuvík start de wandeling over de bergkam naar Saksun. Vanuit Saksun nemen we een privé-bus terug.
7 km - 4 u. - 522 m stijgen en dalen
Derde overnachting in Gjógv.
Dag 9
Het laatste eiland dat we verkennen is Streymoy, ook het grootste en dichtstbevolkte. De wandeling vanaf het landbouwcentrum in Kollfjardardalur naar het dorpje Leynar en weer brengt ons langs het meer Skælingsvatn, waar volgens de legende een groot wezen leeft dat er uitziet als een paard. Goed uitkijken dus! Een omweg van een paar honderd meter naar het zuiden brengt ons bij het rotsachtige plateau Stórareyn met een bijzondere geologische structuur. We gaan er even bij zitten om het uitzicht, de stilte en de warmte van de miljoenen jaren oude rotsen te laten doordringen.
Een van de populairste toeristische attracties op de Faeröer is de boottocht naar de Vestmanna-kliffen en -grotten. We varen de grotten in, door smalle zee-engtes en dicht bij de meer dan 600 m hoge verticale kliffen, waar papegaaiduikers, zeekoeten, stormvogels en drieteenmeeuwen elke zomer nestelen.
6 km - 2 u. - 260 m stijgen en dalen
Overnachting in ‘hoofdstad’ Torshavn.
Dag 10
Transfer naar het mooie Kirkjubøur, het meest zuidelijke dorp op Streymoy en de belangrijkste historische plek van de archipel. Hier bevinden zich de ruïnes van de middeleeuwse Magnus-kathedraal en Sint-Olavskerk uit de 12de eeuw, de oudste kerk in de Faeröer en nog steeds in gebruik.
Vanuit het dorp wandelen we langs steenhopen, twee kleine meren en met uitzicht op Sandoy, Hestur, Koltur en Vágar. Op ons pad ligt ook Reynsmúlalág, een natuurlijk amfitheater dat in het verleden een vergaderplaats in open lucht was. In Kirkjubøur nemen we de bus terug naar Tórshavn, waar nog tijd rest voor vrij bezoek.
7 km - 2 u. - 230 m stijgen en dalen
Tweede overnachting in Torshavn.
Dag 11
Transfer naar de luchthaven op het eiland Vágar en terugreis naar Brussel.